De staat van Nederlandse wegen is 'zorgwekkend', ondanks enorme wegenbelasting. Hoe komt dat?

Laten we maar meteen beginnen met een misvatting: als er ergens veel belasting over wordt geheven, is het niet zo dat het daar naartoe gaat. Zelfs met de hondenbelasting is dat al lang niet meer het geval, waarbij je wel belasting betaalt voor het hebben van een hond, maar het niet naar voorzieningen als een hondentoilet gaat (wat ooit de bedoeling was). Met de wegenbelasting lijkt dat nog veel erger te zijn: ondanks dat we enorm veel betalen, schijnen de Nederlandse wegen in zorgwekkende staat te verkeren. Dat meldt De Telegraaf, toch de krant van wakker Nederland. Er zijn twee rapporten opgemaakt door Rijkswaterstaat en ProRail. Het probleem is niet zozeer dat de automobilist te weinig belasting betaalt. Je zou zeggen dat je met de accijnzen, wegenbelasting, BPM en andere belastingen die tot de hoogste van Europa behoren het voor elkaar hebt, maar niets is minder waar. Slechts 1,2 procent van het BNP gaat naar infrastructuur, terwijl dit altijd minimaal 2 procent was.

Staat Nederlandse wegen lijkt op die van Duitsland

Het probleem is dat het besparen op de infrastructuur niet direct tot schade lijkt te leiden. Dat is echter wel het geval. Je kunt met een beetje pappen en nathouden een eind komen, maar uiteindelijk moet er echt wat gebeuren. Volgens Martijn Wijnen van Rijkswaterstaat is Duitsland een voorbode van wat wij kunnen verwachten. Omdat ze zo enorm veel hebben uitgesteld, zijn de kosten voor het opknappen van het wegennetwerk bijna niet te overzien: daar moeten ze 500 miljard voor uittrekken. Lees hier meer