De moed om te falen

06-11-2025

De destructieve kracht van foutloosheid

In veel organisaties is het onuitgesproken ideaal niet de beste willen zijn, maar de minst kwetsbare. Fouten maken is riskant; iets niet weten is zwakte; twijfel tonen is zelden strategisch verstandig. En dus ontstaat een subtiele vorm van collectieve verlamming: niemand beweegt echt, maar iedereen doet alsof.

Toch is dat stilzwijgende perfectionisme funest. Waar mensen niet durven te falen, verdwijnt de nieuwsgierigheid. Waar fouten niet bespreekbaar zijn, verdwijnt leren. En waar leren stopt, begint verval — hoe goed de strategie ook klinkt. De grootste bedreiging voor een organisatie is niet chaos, maar schijnzekerheid.

De domste vraag is niet de naïeve vraag, maar de vraag die niet gesteld wordt. Ze blijft hangen in de lucht, ongeuit, en groeit uit tot misverstanden, verkeerde aannames, en stille frustratie. Zo ontstaan silo's niet uit structuur, maar uit schaamte: niemand wil toegeven dat hij iets niet begrijpt, dus gaat ieder zijn eigen kant op.

Angst als architect

Die angst heeft architecten: ego en onzekerheid. Onzekerheid fluistert dat we niet goed genoeg zijn. Ego schreeuwt dat we dat wél zijn — koste wat kost. Samen bouwen ze een cultuur waarin men eerder gezichtsverlies vermijdt dan waarde creëert. Waar het masker belangrijker wordt dan de mens erachter.

Het tragische is dat deze dynamiek zichzelf voedt. Zodra iemand ziet dat fouten afgestraft worden, houdt hij zich stil. Stilte wordt gezien als competentie, voorzichtigheid als wijsheid. De angst wordt collectief, maar onzichtbaar. Men noemt het 'professioneel gedrag', terwijl het in feite emotionele camouflage is.

De illusie van beheersing

Organisaties houden van controle. We meten, rapporteren, sturen bij. Maar controle zonder vertrouwen is slechts een vorm van wantrouwen met een Excel-sausje. Wanneer de nadruk ligt op het vermijden van fouten in plaats van het ontdekken van mogelijkheden, verschuift de energie van nieuwsgierigheid naar verdediging. Innovatie verwordt tot imitatie van succes.

In zo'n omgeving overleven vooral de conflictvermijders en de mensen met een sterk politiek kompas. Niet de denkers, de twijfelaars, de ontdekkers — maar de overlevers. De prijs die een organisatie daarvoor betaalt, is hoog: creativiteit droogt op, betrokkenheid daalt, en besluitvorming wordt stroperig omdat niemand de waarheid durft te zeggen voordat hij weet wie het hoort.

Falen als vorm van vooruitgang

Toch is falen geen fout — het is feedback. Iedere vooruitgang, in wetenschap of samenleving, is gebouwd op de moed om ongelijk te hebben. Newton had ongelijk voor Einstein gelijk kon krijgen. Edison had duizend mislukkingen nodig voor één lamp. Maar in organisaties wordt die iteratie van vallen en opstaan vaak afgestraft.

Dat is paradoxaal, want in de kern is elke reorganisatie een poging om beter te leren falen: sneller, slimmer, met minder schade en meer inzicht. Foutloosheid is geen doel, maar een doodlopende weg. Groei begint pas wanneer we het ongemak van onzekerheid verdragen.

Leiderschap zonder pantser

De sleutel ligt bij leiderschap. Niet het leiderschap dat alles weet, maar dat wat durft te twijfelen. De leider die zegt "Ik weet het niet, wat denk jij?" opent ruimte voor dialoog, en daarmee voor leren. Die houding lijkt kwetsbaar, maar is in feite het sterkste dat er is: ze breekt de angstspiraal.

Echte leiders creëren veiligheid, niet zekerheid. Ze begrijpen dat vertrouwen geen soft skill is, maar een structurele voorwaarde voor effectiviteit. Veiligheid is de zuurstof van verandering: zonder dat durft niemand adem te halen, laat staan te spreken.

Van schoppen naar dragen

Wanneer mensen hun onzekerheden niet mogen tonen, uiten ze die op anderen. Ze schoppen omlaag om zelf overeind te blijven. Roddels, subtiele sabotage, cynisme — het zijn allemaal bijproducten van angst. Achter elke harde opmerking schuilt meestal een zachte onzekerheid.

De uitdaging is niet om elkaar minder hard te schoppen, maar om elkaar meer te dragen. Dat vraagt empathie, maar ook moed. Want elkaar dragen betekent ook dat je bereid bent je eigen gelijk even te laten vallen.

De reorganisatie van binnenuit

Een reorganisatie begint zelden op papier. Ze begint in de hoofden en harten van mensen — daar waar angst en vertrouwen met elkaar in gevecht zijn. Structuren kun je hertekenen, maar cultuur moet je herleren.

Het vraagt een mental shift: van foutloos naar lerend, van defensief naar nieuwsgierig, van schaamte naar samenwerking. Dat is de echte reorganisatie: niet van processen, maar van perceptie.

Wie verandering wil, moet durven vallen. En wie echt wil leiden, moet anderen leren dat vallen niet het einde is, maar het begin van iets beters.

Want het leven is vallen en opstaan — niet elkaar tegenstaan.